Reële waarden en financiële verslaggeving
In de actuele regelgeving ter zake van de financiële verslaggeving heeft de laatste jaren het begrip reële waarde (‘fair value’) zich een belangrijke plaats verworven. Dat heeft niet zozeer te maken met gewijzigde inzichten omtrent de wenselijke waarderingswijze van voorraden en materiële vaste act...
Main Author: | |
---|---|
Format: | Article |
Language: | English |
Published: |
Pensoft
2003-09-01
|
Series: | MAB |
Online Access: | https://mab-online.nl/article/21804/download/pdf/ |
id |
doaj-ce0d6839ca4542deb05b47973366f142 |
---|---|
record_format |
Article |
spelling |
doaj-ce0d6839ca4542deb05b47973366f1422021-10-02T03:33:16ZengPensoftMAB2543-16842003-09-0177937037810.5117/mab.77.2180421804Reële waarden en financiële verslaggevingMartin HoogendoornIn de actuele regelgeving ter zake van de financiële verslaggeving heeft de laatste jaren het begrip reële waarde (‘fair value’) zich een belangrijke plaats verworven. Dat heeft niet zozeer te maken met gewijzigde inzichten omtrent de wenselijke waarderingswijze van voorraden en materiële vaste activa. Integendeel, de jarenlange discussies over alternatieven voor de traditionele waardering tegen historische kosten –vervangingswaarde, actuele waarde, voor koopkrachtveranderingen gecorrigeerde historische kosten, realiseerbare waarde, enzovoorts – zijn min of meer verstomd; de historische kosten lijken vooralsnog het pleit in hun voordeel te hebben beslecht. De reële waarde heeft daarentegen met name de aandacht opgeëist in het kader van de waardering van andere activa en verplichtingen dan de voorraden en materiële vaste activa, namelijk de waardering van financiële instrumenten. In eerste instantie ging het daarbij vooral om het ontwikkelen van een waarderingssysteem dat het mogelijk maakt derivaten een plaats te geven in de jaarrekening. Historische kosten laten daarvoor geen ruimte, terwijl onmiskenbaar deze derivaten een waarde vertegenwoordigen. In tweede instantie is het waarderingssysteem zich gaan uitstrekken tot een veel bredere groep activa en passiva, die gezamenlijk worden aangeduid als financiële instrumenten. Met diverse uitzonderingen is in de regelgeving het algemeen voor die groep te hanteren waarderingsuitgangspunt de reële waarde geworden. De verwachting bestaat dat de regelgeving op den duur de reële waarde ook als uitgangspunt zal gaan hanteren voor andere activa en passiva dan de financiële instrumenten.https://mab-online.nl/article/21804/download/pdf/ |
collection |
DOAJ |
language |
English |
format |
Article |
sources |
DOAJ |
author |
Martin Hoogendoorn |
spellingShingle |
Martin Hoogendoorn Reële waarden en financiële verslaggeving MAB |
author_facet |
Martin Hoogendoorn |
author_sort |
Martin Hoogendoorn |
title |
Reële waarden en financiële verslaggeving |
title_short |
Reële waarden en financiële verslaggeving |
title_full |
Reële waarden en financiële verslaggeving |
title_fullStr |
Reële waarden en financiële verslaggeving |
title_full_unstemmed |
Reële waarden en financiële verslaggeving |
title_sort |
reële waarden en financiële verslaggeving |
publisher |
Pensoft |
series |
MAB |
issn |
2543-1684 |
publishDate |
2003-09-01 |
description |
In de actuele regelgeving ter zake van de financiële verslaggeving heeft de laatste jaren het begrip reële waarde (‘fair value’) zich een belangrijke plaats verworven. Dat heeft niet zozeer te maken met gewijzigde inzichten omtrent de wenselijke waarderingswijze van voorraden en materiële vaste activa. Integendeel, de jarenlange discussies over alternatieven voor de traditionele waardering tegen historische kosten –vervangingswaarde, actuele waarde, voor koopkrachtveranderingen gecorrigeerde historische kosten, realiseerbare waarde, enzovoorts – zijn min of meer verstomd; de historische kosten lijken vooralsnog het pleit in hun voordeel te hebben beslecht. De reële waarde heeft daarentegen met name de aandacht opgeëist in het kader van de waardering van andere activa en verplichtingen dan de voorraden en materiële vaste activa, namelijk de waardering van financiële instrumenten. In eerste instantie ging het daarbij vooral om het ontwikkelen van een waarderingssysteem dat het mogelijk maakt derivaten een plaats te geven in de jaarrekening. Historische kosten laten daarvoor geen ruimte, terwijl onmiskenbaar deze derivaten een waarde vertegenwoordigen. In tweede instantie is het waarderingssysteem zich gaan uitstrekken tot een veel bredere groep activa en passiva, die gezamenlijk worden aangeduid als financiële instrumenten. Met diverse uitzonderingen is in de regelgeving het algemeen voor die groep te hanteren waarderingsuitgangspunt de reële waarde geworden. De verwachting bestaat dat de regelgeving op den duur de reële waarde ook als uitgangspunt zal gaan hanteren voor andere activa en passiva dan de financiële instrumenten. |
url |
https://mab-online.nl/article/21804/download/pdf/ |
work_keys_str_mv |
AT martinhoogendoorn reelewaardenenfinancieleverslaggeving |
_version_ |
1716859789032554496 |