Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot study

Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot studyThe “Theory of Presence” (ToP) (Baart, 2001) is quite popular in different care sectors. Managers and professionals see possibilities for ToP as an innovation concept that can improve the quality of care. However, there are still...

Full description

Bibliographic Details
Main Authors: Esther Kuis, Anja Knoope, Anne Goossensen
Format: Article
Language:English
Published: University of Applied Sciences Rotterdam 2014-06-01
Series:Journal of Social Intervention: Theory and Practice
Subjects:
Online Access:http://www.journalsi.org/articles/10.18352/jsi.390/
id doaj-a8db3308d6464276a184c0cf0a44bb61
record_format Article
collection DOAJ
language English
format Article
sources DOAJ
author Esther Kuis
Anja Knoope
Anne Goossensen
spellingShingle Esther Kuis
Anja Knoope
Anne Goossensen
Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot study
Journal of Social Intervention: Theory and Practice
theory of presence
educational programmes
assessment
adoption
innovation
presentietheorie
scholingsaanbod
evaluatiemethode
adoptie
innovatie
author_facet Esther Kuis
Anja Knoope
Anne Goossensen
author_sort Esther Kuis
title Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot study
title_short Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot study
title_full Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot study
title_fullStr Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot study
title_full_unstemmed Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot study
title_sort presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot study
publisher University of Applied Sciences Rotterdam
series Journal of Social Intervention: Theory and Practice
issn 1876-8830
publishDate 2014-06-01
description Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot studyThe “Theory of Presence” (ToP) (Baart, 2001) is quite popular in different care sectors. Managers and professionals see possibilities for ToP as an innovation concept that can improve the quality of care. However, there are still several unresolved issues in the process of operationalization of the theoretical description of ToP to presence as a usable innovation concept. Our research question is therefore: to what extent can more clarity be found on: (a) the conceptualization of ToP from a change management perspective; (b) the impact of various learning contexts to teach ToP; (c) assessment of results of educational programmes; and (d) core elements of the individual learning processes involved in ToP? In this experimental pilot study, five educational programmes for caregivers were developed based on five different learning contexts (Ruijters, 2006) and the caregivers’ learning processes were followed. Baseline and repeated measures using the self-report presence questionnaire (PQ-C) (Kuis, Goossensen, Van Dijke & Baart, 2014) showed that participants progressed in four of the five educational programmes, demonstrating that the concept of presence can be taught in other ways than the traditional theoretical learning style. Based on the qualitative results we carefully conclude that three elements seem to characterize the individual learning processes that occurred in all five of the educational pilots: becoming aware of a relational dimension in care, evaluating one’s own “being attuned” and using (one’s own) practical examples. In an attempt to assess whether caregivers adopted ToP, the PQ-C, reflection diaries and in-depth interviews were used, of which none are without limitations for assessment of results of educational programmes in ToP. It became evident that a clearer concept, with precise criteria about when ToP is successfully adopted, plus a concrete operationalization are necessary to evaluate educational programmes in ToP and achieve a successful innovation of care practices.Presentie als innovatie concept in de zorg; reflectie op basis van een pilot studieDe presentietheorie (ToP) (Baart, 2001) is vrij populair in verschillende zorgsectoren. Zowel managers als professionals zien mogelijkheden om ToP te gebruiken als innovatieconcept voor de verbetering van de kwaliteit van zorg. Er zijn echter nog een aantal onopgeloste vraagstukken in het proces van operationalisatie van de theoretische beschrijving van ToP tot presentie als bruikbaar innovatieconcept. Daarom is onze onderzoeksvraag in hoeverre meer duidelijkheid gevonden kan worden over (a) de conceptualisatie van ToP vanuit verandermangementperspectief, (b) de impact van verschillende leercontexten om ToP te onderwijzen, (c) de evaluatie van de resultaten van scholingsprogramma's en (d) de kernelementen van het individuele leerproces in ToP. In deze experimentele pilotstudie zijn vijf scholingsprogramma's ontwikkeld voor zorgverleners, gebaseerd op vijf verschillende leercontexten (Ruijters, 2006). De leerprocessen van de zorgverleners zijn gevolgd. Voor- en nametingen met de zelfrapportage presentie vragenlijst (PQ-C) (Kuis et al., 2014) laten zien dat deelnemers vooruitgingen in vier van de vijf scholingsprogramma's. Dit toont aan dat het concept presentie onderwezen kan worden middels andere leervormen dan de traditionele theoretische leerstijl. Uit de kwalitatieve data valt voorzichtig te concluderen dat drie kernelementen kenmerkend lijken voor het individuele leerproces van deelnemers in alle vijf de verschillende pilots, namelijk bewustwording van een relationele dimensie in de zorg, evaluatie van het eigen “aansluiten bij de ander” en het gebruik van (eigen) praktijkvoorbeelden. In een poging om de resultaten van de scholingsprogramma’s in ToP te evalueren, zijn de PQ-C, reflectiedagboeken en diepte-interviews gebruikt. Geen van deze methoden blijkt zonder limitaties om vast te stellen of zorgverleners werken volgens ToP. Het is duidelijk dat voor het evalueren van scholingsprogramma’s in ToP en om te komen tot succesvolle innovatie van zorgpraktijken, een scherper concept met precieze criteria om vast te stellen wanneer iemand succesvol werkt volgens ToP én een concrete operationalisatie nodig zijn.
topic theory of presence
educational programmes
assessment
adoption
innovation
presentietheorie
scholingsaanbod
evaluatiemethode
adoptie
innovatie
url http://www.journalsi.org/articles/10.18352/jsi.390/
work_keys_str_mv AT estherkuis presenceasaninnovationconceptincarereflectionsonapilotstudy
AT anjaknoope presenceasaninnovationconceptincarereflectionsonapilotstudy
AT annegoossensen presenceasaninnovationconceptincarereflectionsonapilotstudy
_version_ 1724543985233428480
spelling doaj-a8db3308d6464276a184c0cf0a44bb612020-11-25T03:37:47ZengUniversity of Applied Sciences RotterdamJournal of Social Intervention: Theory and Practice1876-88302014-06-01232213710.18352/jsi.390338Presence as an innovation concept in care: reflections on a pilot studyEsther Kuis0Anja KnoopeAnne GoossensenUniversity of Humanistic Studies, Utrecht, The NetherlandsPresence as an innovation concept in care: reflections on a pilot studyThe “Theory of Presence” (ToP) (Baart, 2001) is quite popular in different care sectors. Managers and professionals see possibilities for ToP as an innovation concept that can improve the quality of care. However, there are still several unresolved issues in the process of operationalization of the theoretical description of ToP to presence as a usable innovation concept. Our research question is therefore: to what extent can more clarity be found on: (a) the conceptualization of ToP from a change management perspective; (b) the impact of various learning contexts to teach ToP; (c) assessment of results of educational programmes; and (d) core elements of the individual learning processes involved in ToP? In this experimental pilot study, five educational programmes for caregivers were developed based on five different learning contexts (Ruijters, 2006) and the caregivers’ learning processes were followed. Baseline and repeated measures using the self-report presence questionnaire (PQ-C) (Kuis, Goossensen, Van Dijke & Baart, 2014) showed that participants progressed in four of the five educational programmes, demonstrating that the concept of presence can be taught in other ways than the traditional theoretical learning style. Based on the qualitative results we carefully conclude that three elements seem to characterize the individual learning processes that occurred in all five of the educational pilots: becoming aware of a relational dimension in care, evaluating one’s own “being attuned” and using (one’s own) practical examples. In an attempt to assess whether caregivers adopted ToP, the PQ-C, reflection diaries and in-depth interviews were used, of which none are without limitations for assessment of results of educational programmes in ToP. It became evident that a clearer concept, with precise criteria about when ToP is successfully adopted, plus a concrete operationalization are necessary to evaluate educational programmes in ToP and achieve a successful innovation of care practices.Presentie als innovatie concept in de zorg; reflectie op basis van een pilot studieDe presentietheorie (ToP) (Baart, 2001) is vrij populair in verschillende zorgsectoren. Zowel managers als professionals zien mogelijkheden om ToP te gebruiken als innovatieconcept voor de verbetering van de kwaliteit van zorg. Er zijn echter nog een aantal onopgeloste vraagstukken in het proces van operationalisatie van de theoretische beschrijving van ToP tot presentie als bruikbaar innovatieconcept. Daarom is onze onderzoeksvraag in hoeverre meer duidelijkheid gevonden kan worden over (a) de conceptualisatie van ToP vanuit verandermangementperspectief, (b) de impact van verschillende leercontexten om ToP te onderwijzen, (c) de evaluatie van de resultaten van scholingsprogramma's en (d) de kernelementen van het individuele leerproces in ToP. In deze experimentele pilotstudie zijn vijf scholingsprogramma's ontwikkeld voor zorgverleners, gebaseerd op vijf verschillende leercontexten (Ruijters, 2006). De leerprocessen van de zorgverleners zijn gevolgd. Voor- en nametingen met de zelfrapportage presentie vragenlijst (PQ-C) (Kuis et al., 2014) laten zien dat deelnemers vooruitgingen in vier van de vijf scholingsprogramma's. Dit toont aan dat het concept presentie onderwezen kan worden middels andere leervormen dan de traditionele theoretische leerstijl. Uit de kwalitatieve data valt voorzichtig te concluderen dat drie kernelementen kenmerkend lijken voor het individuele leerproces van deelnemers in alle vijf de verschillende pilots, namelijk bewustwording van een relationele dimensie in de zorg, evaluatie van het eigen “aansluiten bij de ander” en het gebruik van (eigen) praktijkvoorbeelden. In een poging om de resultaten van de scholingsprogramma’s in ToP te evalueren, zijn de PQ-C, reflectiedagboeken en diepte-interviews gebruikt. Geen van deze methoden blijkt zonder limitaties om vast te stellen of zorgverleners werken volgens ToP. Het is duidelijk dat voor het evalueren van scholingsprogramma’s in ToP en om te komen tot succesvolle innovatie van zorgpraktijken, een scherper concept met precieze criteria om vast te stellen wanneer iemand succesvol werkt volgens ToP én een concrete operationalisatie nodig zijn.http://www.journalsi.org/articles/10.18352/jsi.390/theory of presenceeducational programmesassessmentadoptioninnovationpresentietheoriescholingsaanbodevaluatiemethodeadoptieinnovatie